Dat we ons uiterste best doen om privégegevens goed te beschermen, daar hadden we het al over in onze lofzang aan de GDPR. Misschien wilt u ook graag weten welke gegevens we verzamelen en hoe, waar we alles opslaan en hoe we de verzamelde data toegankelijk maken voor analyses en gebruik.
In de cloud
Een slimme stad of gemeente vraagt om een plek waar ze haar gegevens uit sensoren en externe databronnen centraal kan opslaan en nuttig kan inzetten voor de burger, bedrijven en bezoekers. Gegevens moeten veilig, maar ook gemakkelijk toegankelijk zijn om ze te kunnen analyseren en delen, het liefste in realtime. Om dat mogelijk te maken, bouwden we ons eigen cloudplatform waar we smart city-gegevens uit verschillende domeinen en databronnen kunnen verzamelen. Via het zogenaamde MQTT-protocol, een lingua franca tussen de software van verschillende sensoren en databronnen, vraagt myCSN op geregelde tijdstippen gegevens op die rechtstreeks op ons IoT-platform terechtkomen. In plaats van gegevens op te vragen, kunnen klanten hun data ook ‘pushen’ tot op ons platform. We verwerken brongegevens ook via HTTP API’s of andere protocollen voor gegevensuitwisseling, afhankelijk van de usecase of het type sensor waarmee gegevens worden verzameld.
Databroker: wat is dat voor een beest?
Waar slaan we uw verzamelde gegevens op eens ze bij ons binnenkomen? Afhankelijk van hoe lang u ze wilt bijhouden, ofwel in een databroker, ofwel in een databank. Een databroker is een soort in-memory databank op het myCSN-platform waar gegevens gewoonlijk 24u worden bewaard. Het doet dienst als een IoT-datamarktplaats. U kan er uw data veilig aanbieden, terwijl ontwikkelaars er kunnen zoeken naar de gegevens die ze nodig hebben voor hun applicaties. De gegevens die u verzamelt uit de dagelijkse werking van uw stad of gemeente zijn dus niet alleen interessant voor u. Voor anderen die bijvoorbeeld aan een mobiliteitsapplicatie werken, kunnen de data van uw parkeergarages ook nuttig zijn.
Jan Geukens, technisch directeur bij myCSN: “Algemeen gesproken houden we gegevens 24u lang bij, maar dat kan uiteraard per datastroom apart worden ingesteld. Mocht ons platform ooit onderuitgaan, hebben we altijd reservedata om de herstelfase op te starten. Temperatuurwaardes die bijvoorbeeld om het kwartier worden opgehaald, worden na een dag terug verwijderd.” Relationele databanken of tijdseriedatabanken, die vaak worden geassocieerd met een efficiënte opslag van sensorische meetwaarden, kunnen gegevens tot 2 à 3 maanden bijgehouden. Wanneer we meer data voor een nog langere tijd bijhouden, bijvoorbeeld voor 2 à 3 jaar, doen we een beroep op de Cloud Object Storage van Amazon.
“Daarnaast trachten we gegevensuitwisselingen zo veel mogelijk te standaardiseren zodat die gegevens gemakkelijk toegankelijk zijn voor meerdere toepassingen. De overheid legt daar ook bepaalde dataschema’s voor op. Datex2 is daar een voorbeeld van, een standaard voor het uitwisselen van data rond mobiliteit tussen verkeersdienstverleners, verkeersoperators en mediapartners. Als bepaalde sensoren toch op een andere manier moeten worden verwerkt, dan schrijven we een eigen logica om die data te vlot te interpreteren”, vertelt Geukens.
Iedereen in de wolken
In principe proberen we via ons platform zowel kleine gemeenten als grote steden toegang te geven tot alle databronnen. Kleinere applicaties vragen minder data, dus dan zullen ook de kosten lager liggen. Afhankelijk van het aantal applicaties en databronnen die er nodig is, kan de investering ook mee groeien. “Ons platform is heel schaalbaar opgebouwd, en daar ligt juist onze sterkte. We laten meerdere klanten toe – klein en groot – met verschillende databronnen en uiteenlopende behoeften”, aldus Jan Geukens. “We maken het voor elke partij mogelijk om hun data te interpreteren, te gebruiken en te delen. Over welke data beschikken ze en hoe kunnen ze die data effectief het beste inzetten? Samen met domeinexperten denken we mee waar en hoe gegevens bruikbaar of nuttig kunnen zijn, hoe onze klanten nog meer conclusies kunnen trekken. Steden en gemeenten kunnen hun gegevens namelijk voor hun eigen doeleinden gebruiken, maar kunnen ze ook publiek beschikbaar maken of doorverkopen. In beide gevallen zorgen wij ervoor dat die gegevens veilig tot bij de juiste bestemmeling geraken.”
Denk bijvoorbeeld aan ANPR-camera’s die aanvankelijk bedoeld zijn om te meten hoeveel wagens er passeren om een inschatting te maken over parkeergelegenheid. Diezelfde gegevens kunnen ook een idee geven over de milieu-impact door de hoeveel vrachtwagens EURO 2-norm te tellen, of de luchtkwaliteit te analyseren op plaatsen waar er meer dan wel minder verkeer is.